Uiteindelijk wil hij zijn 'Animari' uitzetten op de stranden, om daar een eigen leven te gaan leiden. De kraamkamer is het strand naast zijn atelier. De 'zwakke' strandbeesten die niet overleven sneuvelen en belanden daar op het strandbeestenkerkhof. De fout die ervoor zorgde dat het strandbeest zwak was, zal Theo niet herhalen in het volgende beest. Zo worden zijn beesten steeds beter of sterker. Ze evolueren.
Deze magische dieren lopen soms in hun eentje en soms in kuddes over het strand. Bij slecht weer gaan ze plat tegen de grond liggen of ze verankeren zich zodat ze niet wegwaaien. Eten en slapen doen ze niet.
Hij geeft ze namen als Animaris Geneticus Ondula, Animaris Rhinoceros of Animaris Percipiere.
De strandbeesten zijn gemaakt van pvc-buizen, waar normaal elektriciteitskabels in gelegd worden. Deze plastic buizen zijn een ideaal skelet. Het kan buigen, het weegt bijna niets en het is goedkoop. Net als eiwitten in een mensen- of dierenlichaam is het de basis van het beest. Maar met goed materiaal ben je er echter nog niet. Als de pvc-buizen niet goed in elkaar zitten, kan het beest niet lopen, valt hij om of waait hij weg. Het vinden van de goede verhoudingen, het bouwen van de beste constructie is net als in de natuur een kwestie van evolutie.
Inmiddels kunnen de strandbeesten van Theo Jansen al behoorlijk veel. Sommigen hebben vleugels die energie opwekken met behulp van de wind, waarna de energie op wordt geslagen in plastic flessen. Deze opgeslagen energie kan het beest dan weer gebruiken als het windstil is.
Er zijn ook al strandbeesten die obstakels herkennen en de andere kant op lopen wanneer ze niet verder kunnen. Dit doen sommigen ook met water, want water is natuurlijk gevaarlijk voor een strandbeest. Door de branding te herkennen en op tijd om te draaien, zorgt het strandbeest ervoor dat hij niet door de golven verzwolgen wordt. Een van de soorten kan zelfs zijn stappen tellen en zo 'bepalen' waar hij op het strand is, deze soort heeft al een basaal oriëntatievermogen.
De strandbeesten zijn niet het eerste ambitieuze project van Jansen: in 1980 bouwde hij een vliegende schotel van vijf meter doorsnede die met flitsende lichten en een piepend geluid over Delft vloog.